Transcriptie
Aswin: Hey, je luistert naar Hub. In deze podcast van Talenthub Brabant gaan makers van verschillende kunstdisciplines met elkaar in gesprek over hun werk en drijfveren. Ook vertellen ze over wat het talentontwikkelingstraject dat ze deden bij Talenthub Brabant hen gebracht heeft, en delen ze tips en tricks voor makers. Vandaag zijn te gast: Remy Alexander en Corinne Heyrman. Remy is componist en muziekdocent. Ook maakt hij de populaire podcast Oorwarmers, waar hij met zijn gast in gesprek gaat over nieuwe muziek. Corinne studeerde woordkunst in Antwerpen. Ze schrijft, maakt theater en radio, en droeg op voor vele podia, onder andere Lowlands en Oerol.
Remy: Gezellig.
Corinne: Hallo.
Remy: Hoi.
Corinne: Uhm. Je zit in de Talenthub Music?
Remy: Klopt. Je zit in de Talenthub literatuur?
Corinne: Wolk heten we, maar we zijn dus van literatuur.
Remy: Dat is wel veel mooier. Wij hebben gewoon Musichub.
Corinne: Ja, wat ik mooi vind, is dat als we een mailtje krijgen, dan zeggen ze altijd, ‘Beste Wolkers’. En dan moet je natuurlijk aan Jan Wolkers denken, en dat vind ik wel een heel mooi iets. Ja, maar verder kan ik me wel voorstellen dat een beetje verwarrend is. Maar we zijn dus literatuur.
Remy: Ik vind dat inderdaad een hele mooie.
Corinne: Ja klopt.
Corinne: En wat heeft het voor u al betekent om in de music Talenthub te zitten?
Remy: Voor mij heeft het betekent dat ik in staat gesteld werd wat projecten te gaan doen die ik al een tijdje in mijn hoofd had. Waar ik over na zat te denken. Wat ik graag wilde doen. En dat los van lessen en coachings. Uitdiepen van hoe spreek je over jezelf als je dingen maakt. Want je kunt wel lekker dingen maken, je moet het ergens toch ook, hoe cru het ook klinkt, een beetje verkopen. Dus hoe doe je dat? Wat kun je dan vertellen over wat je maakt? Dus dat was iets wat ik heb opgepakt met het Musichub, want dat is nog steeds niet mijn sterkste punt. Dus dat was wel heel fijn dat het op die manier kon. En daarnaast, dat wilde ik ook al een tijdje, ben ik een album opgaan nemen met een professioneel ensemble. Wat ik niet alleen vanuit de Musichub heb kunnen doen, maar waarnaast ik ook een crowdfunding heb opgezet en andere manieren heb gevonden voor sponsoring. Maar naast dat stukje heb ik ook weer les kunnen krijgen, dus op de stukken die ik heb geschreven voor dat album heb ik lessen kunnen krijgen. Maar ook in het proces waar we nu zitten met het project, waarbij de opnames zijn gemaakt en ik nu de eerste mixen heb. Ik heb les gehad op, hoe mix je nou een track. Hoe kan je daar verder in komen? Daar wist ik al wat van, maar het is gewoon uitgediept. En daarnaast, maar dat begint nu nog, gaan er lessen komen waarbij ik van opnames van mijn eigen composities remixes ga maken. Dus je hoort mijn compositie eerst en dan daarna hoor je eigenlijk de audio van de compositie, alleen dan zo geknipt en bewerkt dat het een nieuw stuk is geworden. En op dat remixproces ga ik ook weer lessen nemen. Dat is wat het mij in staat heeft gesteld om te doen, maar wat het mij heeft gebracht, daar heb ik geen idee van. Dat moet je me over 5 of over 10 jaar nog een keer vragen, en dan kan ik daar zeker op terug kijken en echt iets zeggen, maar nu zit ik er zo heel erg midden in. Meer gewoon een soort van doen. Ik weet niet hoe dat voor jou is, en hoe dat is voor schrijven, want voor muziek is het nu zo gegaan.
Corinne: Ja, ik ben eigenlijk de Talenthub binnengekomen met al een af boek. Ik ga in mei debuteren. Dat boek was af, maar ik voelde me daar wel best eenzaam. Een schrijver is sowieso best eenzaam, en al helemaal in de lockdown. Ik heb de hele tijd zitten typen aan dat boek en nu komt het uit, maar ik was gewoon heel bang, van hoe doe ik dat nu debuteren? En hoe doe je dat op een goede manier? En ook, wat je zegt hè, hoe breng je dat naar de mensen toe? Maar ook hoe ga ik daar zelf als schrijver mee om. Hoe blijf ik op dat moment creatief? Hoe vind ik mezelf misschien opnieuw uit bij zo'n tweede boek? Want dat is dan ook meteen de vraag, voor het volgende. Dus ik merk dat bij mij de Talenthub me vooral helpt in die beetje lege periode. Want ik heb dus het boek geschreven, in november was het al rond. Nog niet helemaal, want dan zitten er nog allemaal fouten in en zo, maar het hele kader was rond. En dan in mei komt het uit, dus dat is echt een soort schemerzone waarin dan wel veel kan. Want je wilt het juist op de juiste plekken laten terechtkomen. Maar eigenlijk heeft Wolk me vooral ook geholpen in dat niemandsland.
Remy: Wat heb je dan gedaan in dat niemandsland?
Corinne: Ja, veel andere dingen. Ik wil heel graag een performance maken. Daar helpen ze me ook goed mee. Een performance waarbij ik in verschillende bibliotheken, boekhandels, het boek kan gaan presenteren, maar op een andere manier. Want ik heb zelf een beetje een hekel aan schrijvers die dan opdraven met een boek en dan zo komen lezen, en dan weer afgaan. Dat vind ik heel vervelend. Of vervelend. Ik denk dan vaak, misschien is de schrijver daar niet het beste persoon voor, dan kunnen ze beter een acteur inhuren. Die dat dan op een aangenamere manier doet.
Remy: Daar vind ik eigenlijk wel wat voor te zeggen ja. Dat zie ik ook wel meteen voor me.
Corinne: Ik denk zelf dat disciplines vaker kunnen samenwerken.
Remy: Ja zeker.
Corinne: Dus wilde ik een performance maken met een trompettist en iemand die visuals maakt. Zodat ik het eigenlijk heel klein in een compacte vorm kan presenteren, het boek, maar wel op een iets andere manier. Daar zijn ze me nu ook mee aan het helpen, want ja, ik kan wel allemaal die ideeën hebben, maar hoe dat je dat dan in samenwerking met een andere discipline allemaal draaiende houdt en trekt… Ik vind dat heel moeilijk.
Remy: Ik kan me ook voorstellen dat het niet iets is wat je standaard doet als schrijver.
Corinne: Klopt. Ja. Ja.
Remy: Dat het niet standaard in je takenpakket zit zeg maar. Maar ik heb ik heb je natuurlijk een beetje gegoogeld, zoals een echte stalker betaamt, en daarin leek je ook wel vaker soort van performance-elementen toe te passen?
Corinne: Klopt. Ik heb een opleiding gevolgd in Antwerpen aan het Conservatorium van Antwerpen. Woordkunst. En dat is eigenlijk een opleiding waarbij we leren om verhalen vertellen, maar in drie verschillende vormen. Dus we leren verhalen te vertellen op het podium. Monoloog eigenlijk. We leren verhalen vertellen op papier, dus als schrijver. En we leren verhalen vertellen in media, dus interviews en zo'n dingen. Ik ben die drie dingen ook wel blijven doen. Ik maak nog steeds podcasts, ik schrijf literatuur, en ik sta ook op het podium. Niet allemaal even vaak. Maar voor mijn boek heb ik bijvoorbeeld ook heel veel interviews gedaan. Dus die disciplines lopen ook wel een beetje door, en ik vind dat ook heel leuk.
Remy: Zeker, dat kan ik me voorstellen.
Corinne: Ik ben ook altijd heel bang voor het moment dat ik misschien ooit wel moet kiezen. En misschien helpen ze daarmee ook wel. Want ik denk dan, als je debuteert moet je dan duidelijk maken aan, weet ik veel, de wereld van: ‘Ik ben nu schrijver’?
Remy: Dat je moet zeggen welk hokje je bent.
Corinne: Ja, want ik kan me voorstellen dat je daar ook wel… in welk genre bijvoorbeeld?
Remy: Ja, maar ook wat je doet hoor, en wat je kan. Ik zelf ben steeds meer van mening dat, zeker als je kijkt naar wat er in de afgelopen honderd jaar allemaal is gebeurd in alle kunsten, dus literatuur, muziek, maar ook beeldende kunst en performancekunst, is zo'n beetje alles gedaan. Natuurlijk niet alles hè, want er wordt steeds iets nieuws bedacht, maar de grenzen zijn zover gelegd dat eigenlijk alles kan en dat iedereen ook alles daarin mag en kan. Dat is niet iets wat we al gewend zijn, of wat we al klakkeloos aannemen, maar het is wel iets waardoor ik in alles wat ik doe de houding aanneem ‘Dat kan ik doen, en ik doe dat gewoon’. Ik hoef daar ook niet echt iets over uit te leggen, of mezelf als zodanig te profileren. Ik kan dat gewoon doen. En ja, mensen komen mee, of niet. Dat is allemaal buiten mij, dus daar kan ik toch niets aan doen. Ook als ik mezelf heel erg als het een of het ander profileer. Je kunt toch nooit compleet zijn over wie je bent. Probeer dat maar eens. Zeker niet in een moment. Er zijn hele vriendschappen of relaties waarin je elkaar nooit compleet leert kennen, dus hoezo zou ik mijzelf moeten kunnen presenteren in een minuutje? Dat kan toch niet. Dus ik ga niet meedoen aan die futiliteit. Je ziet wel wat je ziet!
Corinne: Hoe zou je jezelf, en dan meer dan een korte pitch, hoe zou je jezelf als muzikant omschrijven?
Remy: Ik componeer, dus ik schrijf noten. Dat is wel het voornaamste wat ik doe, maar daar hangt zoveel omheen. Dat is ook iets wat je vanzelf wel uitpakt. Maar dat is een waslijst meteen. Daarnaast doe ik heel veel andere dingen.
Corinne: Ik vind dat wel mooi, want dat heb ik inderdaad zelf ook wel. Ik heb heel lang… Bij zo een uitgeverij moet het dan poëzie of proza zijn, dan wordt het heel duidelijk. En daarbinnen kun je wel weer je eigen ding doen, maar je moet dan wel zeggen wat het wordt.
Remy: Ze moeten wel weten in welke kast het moet gaan liggen.
Corinne: Ja, absoluut ja. Maar daarvoor zei ik al: 'Ik schrijf tekstjes'. En daarbij hield ik het. Eigenlijk is dat wel heel aangenaam.
Remy: Het is eigenlijk ook wel een goede uitleg van wat je doet dan. Dan is het meteen duidelijk. En daarna doe je van alles met die tekstjes.
Corinne: Ja. Een tekstje kan in een podcast zitten. Een tekstje kan in een theatervoorstelling.
Remy: We hadden het er net al eventjes over, maar misschien nog niet helemaal genoeg. Het ondernemerschap. Het stukje jezelf verkopen. Maar misschien ook, hoe ga je om met al die zaken? En hoe ga je om met al die zakelijke gesprekken? Heb je daar iets in gedaan in je hubtraject?
Corinne: Jazeker. Ik leer er ook echt veel van bij. Met mijn mentor en met mijn coach heb ik het daar veel over. Hoe je bijvoorbeeld gesprekken aangaat met opdrachtgevers, en hoe je zorgt dat een opdracht heel helder is. En dat je niet veel te veel doet, omdat je geen goede afspraken op voorhand hebt gemaakt. Ja, ik leer daar wel heel veel van. Ik had het ook echt wel op dit moment nodig.
Remy: Want zat dat niet in de opleiding?
Corinne: Nee, ik weet niet hoe dat bij jou was.
Remy: Ja ook heel weinig, hoor.
Corinne: Bij ons op het einde in onze master kregen we ondernemerschap, en dan mochten we kiezen tussen ofwel sociaal-artistiek ofwel… Ik weet niet wat dan de tegenpool was, maar dat was dan iemand die dan kwam vertellen hoe je een website maakt en al die dingen. Ik was één les naar die man gegaan, maar dat was een hele gladde pianist die dan zijn superlelijke website liet zien. En toen heb ik na de eerste les gezegd, dat ga ik echt niet doen. Toen ben ik naar sociaal-artistiek gegaan en dat vond ik ook heel leuk om meer iets voor de samenleving te doen.
Remy: Ja, precies. Iets van waarde.
Corinne: Ja, iets van waarde. Maar daardoor heb ik die lessen dus gemist, maar dat waren maar een paar lessen. Onze opleiding deed daar heel weinig in. Kregen jullie daar veel les in?
Remy: Ook weinig hoor. Zeker op dat moment, zoals jij het net schetst. En zeker nu dat ik een “professional” ben, doe ik even met aanhalingstekens erbij, die je niet kan zien op een podcast.
Corinne: Dat is misschien wel goed.
Remy: Ja precies. Nu ik een soort van professional ben, dan merk je ook eigenlijk dat het heel lastig is voor een school om dat te doen. Omdat een school dan zegt, jullie zijn straks ondernemers, dus dan moet je ook een eerlijke prijs vragen als je werk komt doen. Als je daarna ook de mazzel hebt om een klus te doen voor zo'n school dan merk je eigenlijk als je zegt, ‘Dit is mijn eerlijke prijs’, dat ze dan zeggen ‘Dat hebben we niet’. Het is lastig voor school om serieus ondernemerschap te geven, omdat je zelf al niet als professional in dat ondernemerschap kan staan. Dat heeft natuurlijk heel veel redenen. Zeker hier in Nederland zouden scholen veel meer geld kunnen gebruiken om hun dingen te doen. Dat ligt er natuurlijk aan ten grondslag, maar dat maakt de positie een beetje gek. Daarnaast, als je ook nog naar het professionele leven kijkt, ik weet ook niet hoe dat is voor schrijvers, maar in de muziek, daar zijn zoveel voorbeelden dan mensen gratis of voor heel weinig ergens komen spelen. Of die gratis of voor heel weinig een stuk schrijven voor iemand. Daar moet je een soort van mee concurreren, zonder dat je wilt concurreren überhaupt met wat je maakt. Dus als iemand naar je toekomt en zegt ‘Wil je een stuk schrijven voor twintig euro?’ en je zegt ‘Euh, nee’, dan zegt hij ‘Ja, die andere doet het wel’. Maar dan weet je wel dat als ik dit nu niet doe voor dit geld, dan heb ik én niet dat geld, ook al is het niet genoeg, én ik kan niet een stuk schrijven dat wordt gespeeld door muzikanten. Dus dat is een hele vervelende positie. Waar je bij het professionele circuit al heel erg inzit, maar daarnaast ook op de scholen. En hoe we daar uit moeten breken? Dat weet ik ook niet. Daar zijn wel heel veel mensen mee bezig gelukkig.
Corinne: En helpt jouw Talenthub daarin? Om daar een antwoord op te geven of een weg op te vinden?
Remy: Nee, wel om dat scherper te krijgen, dat dit zo is. Dat we in ieder geval niet mee moeten doen met het zeggen dat het allemaal wel goed is. Dat we wel moeten zeggen, dit is zo en dat is niet precies hoe we het zouden willen. Zodat het in ieder geval wel bespreekbaar wordt dat die situatie er is. Ik denk dat nu een beetje aan de gang is. Hoe is dat voor de schrijvers? Hoe verdien je je geld als schrijver? Los van als je boek verkocht wordt, dan krijg je daar… Dat is wat ik natuurlijk denk, maar ik weet niet of dat waar is.
Corinne: Ja met een boek verdien je niet zo heel veel. Je wordt wel meer schrijver. Dat is een beetje de paradox. Ze zien je meer als schrijver, maar het boek zelf is meer het visitekaartje. Meer dan een visitekaartje natuurlijk, het wordt straks echt mijn baby. Een schrijver doet veel meer dingen, optreden, lezingen geven, en in mijn geval dan ook nog andere parcours bewandelen. En ik denk dat elke schrijver, elke moderne schrijver doet dat nu ook wel. Ja, het is wel iets bijzonders. Ik geef nu ook les aan Artez, aan toekomstige schrijvers, en ik begeleid een paar laatste-jaarstudenten en daarbij merk dat als ik ze dan aan het helpen ben met hun eindwerk, dat ik dan vaak begin over subsidies. Normaal zou je hiervoor een subsidie aanvragen. Dat je ze dan ook ziet kijken van ‘Hè, maar we waren toch de kunstenaar? We gingen dat toch vanuit onze passie doen?’. Ik weet het niet. Ik vind dat toch nog heel moeilijk inderdaad, van hoe ga je daar in scholing mee om. Want dat vind ik ook wel een hele belangrijke, dat leer ik ook wel binnen Wolk, hoe maak je dat je jezelf als maker niet alleen maar bezig houdt met geld, omdat het je vak is, maar ook met de passie, die ik dan bijvoorbeeld zie bij die studenten. Die pure maakdrang.
Remy: Ja, precies. Die wil je wel levend houden, want uiteindelijk is dat waar het om gaat. Dus ik zorg er in mijn eigen geval voor dat ik met alles behalve componeren genoeg geld verdien. Als je dan een keer voor geld mag werken, dus mag componeren, dan is dat een hele mooie mazzel. Maar dan ben je er niet in die zin zo afhankelijk van. Dus ik geef bijvoorbeeld zelf heel veel les, en ik organiseer heel veel dingen. Daar verdien ik dan mijn geld mee, maar naast componeren kan heel veel. Het liefst ook in opdrachten dat het gespeeld wordt. Ja, dat kan niet altijd, dus dat is dan een manier om er mee om te gaan. Of dat de beste manier is, dat weet ik niet. Daar denk ik zelf best wel vaak over na. Daar heb ik geen antwoord op.
Corinne: En hoe helpt de Talenthub je bij het, je noemde het zelf al net, jezelf verkopen of jezelf naar buiten toe profileren?
Remy: Weet ik niet. Bij jou?
Corinne: Nee, behalve dat er dan veel lezingen zijn en we het er ook wel veel over hebben. Dat vind ik ook gewoon heel fijn, dat ik daar veel bewuster over ga nadenken. Door in zo een traject te zitten heb je ook eigenlijk tijd gemaakt, omdat je daar met z’n allen inzit, in die Talenthub, en ook merkt van andere schrijvers zitten met hetzelfde probleem, of dezelfde vraag. Dat geeft jezelf ook tijd om daar op een afstandje naar te kijken. Dat vind ik zelf heel waardevol aan het traject.
Remy: Ja, precies. Dat herken ik inderdaad. Nu ik het je hoor zeggen denk ik, dat hadden we wel vaker kunnen doen met de Musichub mensen. Dat we vaker bij elkaar kwamen om het erover te hebben. Dat vond ik inderdaad wel hele inspirerende sessies. Die waren bij ons dan helaas via Zoom online, maar dat was dan wel heel inspirerend om andermans verhalen te horen. Wat je zegt inderdaad, die mensen zitten dan eigenlijk met dezelfde dingen. Wat heel fijn is. Niet dat ze met die dingen zitten, maar dat je een soort herkenning hebt. Dat je denkt, het is niet iets geks of zo. Het is misschien wel iets geks, dat het vreemd is, maar het is niet iets uitzonderlijks. Je bent er niet alleen in. Dat is wel fijn.
Corinne: En zijn jullie wel een groep geworden? Zullen jullie elkaar nog terugzien?
Remy: Ja, sommige van die mensen zijn muzikanten die ik überhaupt, ik mag ze allemaal, maar stel ik zou ze niet mogen, dan kom ik ze alsnog tegen op concerten en overal. Dus in die zin gaan we elkaar nog zien, maar ik weet niet per se of dat op persoonlijk vlak is. Gewoon omdat er haast niet een grote vriendschap uit geboren is. Ik denk dat een groot deel van de reden is dat als je elkaar twee uur online ziet, en het is allemaal programma, dan heb je geen moment dat je even kan geiten met dedene die naast je zit. Waardoor je dan toch voelt ‘Ow, hier is een klik’. Dit waren allemaal hele toffe mensen, met allemaal een heel mooi verhaal. Maar ja, echt dichtbij kun je niet komen, het is via een schermpje. Dus ik denk dat voor onze groep in ieder geval de reden is geweest dat die connectie gewoon niet gemaakt is. Maar wat niet is kan nog komen, misschien dat er wel nog een sessie komt waarbij met z’n allen kunnen zitten. Dat je dan ineens elkaar echt kan ontdekken. Wat dat betreft wat het voor muziek online sowieso niet zo fijn. Ik weet niet hoe dat voor literatuur is?
Corinne: Wij zijn begonnen in september, dus toen hebben we een weekend kunnen houden. En onlangs hadden we ook een weekend, maar dat was dan half online. Dat was inderdaad heel anders, dat voelde heel anders. Maar ook één dag live, en dan merk ik inderdaad dat dat echt heel veel doet. Want ik ben vier jaar geleden naar Eindhoven verhuisd, dus voor mij is het ook heel fijn om hier mensen te leren kennen. Ook op professioneel gebied, en ook op persoonlijk gebied, maar gewoon dat ik een beetje weet wat hier de makers zijn. Dus dat vond ik ook heel fijn. We zijn nu eigenlijk begonnen met om de drie weken op een donderdagavond elkaar of online of live te zien, dus dat is eigenlijk om en om. Wij hebben aangegeven bij onze coördinator dat we dat graag wilden, en zij organiseert het nu. Wat ook fijn is, want ik kan me anders ook voorstellen dat het dan een keer zou zijn en dat dan zo een beetje gaat hangen.
Remy: Zo gaan die dingen
Corinne: Ja, maar wij zien elkaar nu regelmatig. We hebben elkaar héél lang niet gezien, en nu begint dat dan terug, en net nu dat het ook weer kan. Dus dat is wel heel fijn.
Remy: Ik heb nog een vraag. Wat ik me gewoon afvroeg. Je zei net al dat je bijvoorbeeld een samenwerking hebt met een trompettist? Maar is schrijven ook iets muzikaals voor jou? Maak je zelf ook muziek?
Corinne: Ja. Ik vind vooral voordragen heel ritmisch. Ik ken ook altijd als ik voordraag mijn tekst uit mijn hoofd. Als ik aan het lezen ben, dat is gek om te zeggen als schrijver, dan haal ik soms woorden door elkaar. Als ik het uit mijn hoofd ken, dan kan ik veel beter praten. En dan is het voor mij wel echt iets muzikaal. Ik begeleid mezelf ook vaak met zo’n iPad met een soort drumcomputer.
Remy: Ow nice.
Corinne: Dat ik dan beats of dingen er onder heb zitten, omdat je dan vanzelf ook meer met ritme gaat doen en gaat spreken.
Remy: Hoe kwam je erbij om zo’n drumdingetje aan te zetten?
Corinne: Hoe dat ik daarop kwam? Ik heb het weleens mensen zien doen. En ik merkte, ook als ik podcasts maak gebruik ik veel geluid of met muziek eronder, en ik merkte dat je dan gewoon heel anders luistert. Zoals ik daar net ook al zei, ik kan zelf niet zo goed, als iemand een heel hoofdstuk uit een boek gaat voorlezen, dan ben je mij al kwijt halverwege. Dus dat wilde ik zelf voorkomen voor mijn eigen publiek.
Remy: Ja precies. Ik vind het zelf altijd wel heel leuk, ik heb het nu al een hele tijd niet gedaan, is dat als je gewoon ergens bent en je vat ergens een gesprek van iemand op, niet iets waar je zelf in zit, want dan stopt het ook meteen als je het doet, maar je zit dichtbij genoeg dat je iets kan horen, maar ver weg genoeg om zelf ook een klein geluidje te maken, en dan moet je heel zachtjes een beetje gaan beatboxen in een bepaald ritme. En dan dus blijven luisteren naar het gesprek, en dan kan het niet anders dat dat gesprek op een of andere vreemde manier precies in jouw beat lijkt te passen. Altijd! Altijd! Echt altijd. Je kan natuurlijk ook gewoon een beat aanzetten en ernaar luisteren. Maar je zal zien dat het altijd lijkt alsof ze het expres doen. Misschien is dat ook zo dat ze onderbewust iets in de achtergrond horen en daar op gaan. Maar dat denk ik niet.
Corinne: Dat doet ons eigen brein.
Remy: Dat ons brein altijd dat op muziek gaat zetten. Ik denk dat het heel slim is om inderdaad een beat of een drumding, of muziek überhaupt, d'r bij aan te hebben als je een voordracht doet of als je iets spreekt. Omdat het meer verbinding in onze hoofden krijgt denk ik. Omdat je het meteen gaat relateren aan de muziek die je hoort.
Corinne: Ja, en je kunt soms ook een gevoel onderstrepen of juist contrasteren of zo. Dat vind ik er ook heel tof aan.
Remy: Ja precies.
Corinne: En ik was ook benieuwd, als jij een nummer maakt, hoe ga jij te werk? Hoe begin je?
Remy: Dat is altijd anders. Maar begint bijna altijd wel bij een klankvoorstelling. Dus ik hoor iets in mijn hoofd, of dat een melodie is, of een harmonie, of dat het meer een soort muzikale structuur is, dat verschilt. Soms is het een heel af iets, maar dat is wel heel erg soms. En dan is het gewoon zaak om uit te vogelen, hoe kan ik dit communiceren? Wat hoor ik, en hoe kan ik dat of opschrijven, of als het niet gaat over opschrijven, hoe kan ik het inspelen? Zorgen dat ik het daarna kan bewerken, en er iets mee kan. Dat is waar voor mij de volgende stap begint. Als je eerste idee hebt opgeschreven, of hebt genoteerd op wat voor manier dan ook. Want dan kan je ook met een beetje een afstandje er tegenaan kijken. En dan kan je het ook niet meer vergeten, en dat is ook zo fijn aan dat soort dingen. Want ik heb een paar keer gehad dat ik dan iets in mijn hoofd had, en dat ik dan dacht ‘Ow dit is echt fantastisch’. Tijdens het wandelen of zo. En dan vergeet ik het op te nemen met mijn telefoon, gewoon als soort van voice-memo. En dan kom je thuis, en dan denk wat was het ook al weer… en dan kom ik er niet meer bij. En dan baal ik ontzettend, en denk ik dat het echt het meest briljante van de hele wereld was. Maar ja ik denk dus eigenlijk dat dat niet zo is. Ofwel, maar dat weet je niet. Ik heb het ook weleens opgeschreven, en dan twee weken later kijk je er op terug, en probeer je het even uit, of je luistert er weer naar. Dan denk je ‘Ow, dit is eigenlijk helemaal niet zo goed’. Terwijl je op dat moment dacht, dit is echt fantastisch, hier ga ik wat mee doen. En dan hoor je het terug, en dan denk je, ik kan er niks mee. Dan kan het alsnog dat je het in 6 maanden weer terug hoort en ineens denkt, ja hier kan ik iets mee. Dat is natuurlijk ook het ding met inspiratie, het moet maar net kloppen met hetgene wat je voor je hebt. Dus dat is iedere keer anders ,maar dit is ongeveer wat er soms gebeurt.
Remy: Dan moeten we volgens mij zo meteen afronden, maar niet voordat we elkaar hebben gevraagd: Wat is de belangrijkste tip die jij andere hubbers kan… Dat is wel mooi hè, hubbers..
Corinne: Hubbers. Dat is bijna even mooi als wolkers.
Remy: Ik wil ook zoiets. Dus Aram, Aram is de coach van muziek, als jij dit hoort. Wat hij hoort te luisteren, want dit is van de hub. Als je dit hoort, Musichub wil ook zoiets als de wolkers. Wij willen ook een mooie titel.
Remy: Maar goed. Wat is jouw belangrijkste tip?
Corinne: Wat ik vooral heb geleerd, is om dingen niet alleen te willen doen. Dus dan ook, wat jij ook daarnet zei, er is al zoveel gemaakt. Je hoeft ook niet te denken dat je iets helemaal nieuw helemaal alleen hoeft te bedenken. Maar ook mensen erbij halen. Samenwerkingen beginnen. In zo’n Talenthub gaan. Dat zou ik als tip willen meegeven. En jij?
Remy: Ik vond het heel lastig om een tip te bedenken. Dus mijn clichétip is toch, om gewoon lekker je eigen ding te doen. Maar dat voelt altijd wel een klein beetje cliché. Dus ja, misschien is het dan leuker om te verwijzen naar een liedje. Mag dat? Dan zou ik zeggen, luister het liedje Meester Sun Tzu zegt van Abel. Dat is dan mijn beste tip.
Corinne: Mooi. Dankjewel. Was gezellig.
Remy: Ja, jij ook bedankt.
Aswin: Deze podcast werd gemaakt door Aswin Baaijens, in opdracht van Kunstloc Brabant. Wil je meer weten over de ontwikkeling van toptalent in de professionele kunst in Brabant? Check dan www.talenthubbrabant.nl.