Hoe zou jij je praktijk willen omschrijven?

Ik ben beeldend kunstenaar en werk voornamelijk met keramiek, maar taal en textiel zijn ook methodes die ik gebruik, en vrij recent performance. Het sculpturale is voor mij een momentopname dat een wereld weergeeft waarin het narratief van leven en dood van belang is, en ook het verstrijken van de tijd. Daarbij is de natuur, of eigenlijk het niet-menselijke, een belangrijk thema in mijn werk; en dan bedoel ik specifiek de verhouding tussen het menselijke en niet-menselijke.

Hoe zou jij je praktijk willen omschrijven?
Hoe zou jij je praktijk willen omschrijven?

Was er een reden, iets of iemand die je inspireerde om kunstenaar te worden?

Een speciaal moment, of het moment dat het idee begon, was op de middelbare school. Ik koos toen voor fotografie omdat ik het moment zelf vast wilde leggen. Die opleiding heb ik afgemaakt, maar eigenlijk vond ik het medium fotografie te beperkt omdat het vaak plat beeld is en het formaat rechthoekig. Ik gebruik nog steeds fotografie in mijn werk, maar meer schetsmatig of om dingen die ik zie – en belangrijk vind – vast te leggen. Toen het besef doordrong dat ik daarin niet verder wilde nam ik twee tussenjaren, en voelde het alsof de kunstacademie een noodzakelijke keuze was – ik wist niet zo goed wat ik anders zou kunnen doen. Uiteindelijk was het werken in een wilde omgeving, bos en bomen, en dan vooral de beuk wat mij aantrok. Ik voel me daarmee verwant en verschillende aspecten van de beuk komen terug in wat ik maak. In het landschap kan ik bezieling vinden en herkenning. Het is voor mij belangrijk dat ik hoe ik dat beleef kan delen, vooral omdat ik het gevoel heb dat ik anders naar de dingen kijk en dat voed mijn kunstenaarschap.

Waarom is het voor jou een goed moment om aan Inversie mee te doen?

Het is een goed moment omdat ik net klaar ben met een master in Edinburgh en weer terug ben in Nederland. Het is lastig om mijn plaats te vinden in Nederland, ook omdat ik het liefst in Schotland wil zijn. Maar Brabant is waar ik nu ben en mijn kunstenaarschap verder wil ontwikkelen. Inversie helpt met het leggen van een basis. En ook misschien wel het groepsgevoel, om samen met medekunstenaars te werken en dit traject te volgen. Ik beschrijf Inversie als een mini-master, maar meer gericht op de praktische zaken en het kunstveld zelf. Dat is fijn voor de dingen die in en om het vak van kunstenaar spelen. Het helpt me ook om op meerdere plekken zichtbaar te zijn, vooral in Brabant en omgeving. Het is heel lastig om dat zelf voor elkaar te krijgen, en via het netwerk van Inversie en de verbindingen die ontstaan met organisaties wordt het programma in die zin nu al waargemaakt.

Wat is er onderdeel van je kunstenaarspraktijk wat ronduit minder leuk is, of waar je misschien wel een hekel hebt?

Waar ik vooral een hekel aan heb is aan het vervoeren van kunstwerken, en dan bedoel ik het sjouwen van spullen. En ook het rijden, als het ver is, dat vind ik ook niet fijn. Het maakt me altijd zenuwachtig, ook het opbouwen is spannend en het liefst zou ik anderen tot meer actie willen manen. Maar tegelijkertijd is het ook een mooie uitdaging want je kunt het niet alleen doen. En dan de opening, maar met de juiste energie is dat wel weer leuk, en uiteindelijk het inrichten ook. Wat ik ook graag uitstel is het versturen van mailtjes of het aanschrijven van organisaties voor open calls, dan moet er echt een deadline zijn. Ook mijn website bijhouden is niet mijn favoriete bezigheid, maar als ik een aanvraag uitstuur moet het wel. Toch goed om dat als stok achter de deur te hebben.

Wat is er onderdeel van je kunstenaarspraktijk wat ronduit minder leuk is, of waar je misschien wel een hekel hebt?
Wat is er onderdeel van je kunstenaarspraktijk wat ronduit minder leuk is, of waar je misschien wel een hekel hebt?

Als je mag kiezen en nergens rekening mee hoeft te houden. Waar kunnen we je dan aantreffen?

In Schotland! Wandelend in de bergen en muziek luisterend in de Captain’s Bar in Edinburgh. Daar heb ik tijdens mijn studie ook gewerkt. Gewoon met mijn vrienden daar zijn en dingen maken, ik bedoel dan de vrienden die daar wonen. Toen ik naar Schotland ging voor mijn master ging het vinden van nieuwe vrienden best snel. Met sommige van hen kan ik ontiegelijk veel lachen, misschien hebben ze een ander gevoel voor humor. Ik vraag me ook af of het zo is dat als je op latere leeftijd vrienden maakt, het meer gaat om het samenzijn. Als ik de vrienden van vroeger zie gaat het meer om bijpraten. In Schotland doe ik dat ook, maar vooral ook veel lol hebben. Het ene is dan ook niet beter dan het andere, het is gewoon anders. In Schotland doen we ook andere dingen samen, sommige zijn muzikant of we hebben een doos met losse woorden waarmee we gaan spelen – zinnen leggen en teksten maken – en samen craften zoals bijvoorbeeld breien en kletsen. Geen dingen die specifiek te maken hebben met mijn kunstenaarschap, maar wel met mijn leven.

De afgelopen tijd heb je veel kunnen exposeren, waar is je werk allemaal te zien geweest?

Ik heb de afgelopen tijd in verschillende steden mijn werk getoond, in Breda bij een project van KOP. Hiervoor kreeg ik de opdracht om samen met vier andere kunstenaars werk te maken en te tonen gebaseerd op de Tuin der Lusten van Jeronimus Bosch. Dat was te zien in vier verschillende tuinen in Breda; iedere tuin werd verbonden aan een paneel van dit schilderij en de betekenis van dat paneel zoals de Tuin van Eden, hel, et cetera. Ik heb deze zomer ook meegedaan aan de Limburg Biënnale, mijn werk was te zien bij Marres in Maastricht. Als laatste heb ik als onderdeel van de expositie ‘A Tree’ in Onomatopee een performance gegeven tijdens de opening, en een bijdrage geleverd aan de gelijknamige publicatie. De performance is weer het resultaat van een werkperiode bij Inversie. Het zijn drie totaal verschillende dingen, maar juist de diversiteit waarin ik mijn werk kon tonen is voor mij bijzonder. De verbindingen tussen al deze presentaties ontstaan vanzelf en dat vind ik mooi. Context kan veel doen binnen mijn werk.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

Ik ben nog steeds bezig met een project over het restaureren van mijn eigen werk. Er gebeurt vaak iets met mijn keramieken beelden zoals breuken of beschadigingen. Voor mij zijn mijn beelden objecten die bezield zijn, dus ik dank ze niet af en voeg er juist iets aan toe door manieren te bedenken, en andere materialen te combineren, als onderzoek hoe ik mijn werk kan restaureren zonder dat het aan waarde verliest. Daarvoor heb ik een bijdrage ontvangen van Stichting Stokroos en het makersfonds van de gemeente Tilburg. Als vervolg hierop zou ik een expositie willen organiseren met kunstenaars die zich ook met dit vraagstuk bezig houden, want we spreken er niet over als een kunstwerk kapotgaat. Kunstwerken worden niet gezien als gebruiksvoorwerpen, terwijl we ze gebruiken om waar te nemen en dat geeft ze ook bezieling. Als kunstenaar ben je altijd bezig met het maken van keuzes in je werk, maar als je moet restaureren moet je weer nieuwe keuzes maken. Uiteindelijk is er nog veel meer aan het kunstwerk gewerkt en meer tijd geïnvesteerd, dus het is ook meer waard geworden en niet minder. Het gaat natuurlijk ook over duurzaamheid, maar dat is niet mijn voornaamste drijfveer.

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Waar ben je op dit moment mee bezig?

Wat zijn je plannen voor de verre toekomst?

Uiteindelijk wil ik terug naar Schotland. Hoe en wanneer staat nog open. Ik heb het gevoel dat ik nog niet klaar ben in Nederland. Maar in Schotland voel ik me meer thuis, ik denk dat de blik of de mindset die de mensen daar hebben anders is. Als je omgeving bestaat uit een landschap zonder hoge gebouwen en heel weids, dan doet dat iets met je als mens. Hoe je kijkt, en hoe je je voortbeweegt, is anders dan wat de gemiddelde Nederlander hier ervaart. Hier zijn het altijd gebouwen als onderdeel van het niet-menselijke, daar is dat natuur. In Nederland staat ook altijd de mens centraal omdat elk klein stukje land een bestemmingsplan moet hebben. De mindset hoe mensen met hun omgeving om moeten gaan, vooral als je eerbied hebt en respect voor je omgeving, dan doet dat veel met je geest. Dat mag wat mij betreft hier ook meer gaan gebeuren. En hier zijn veel supermooie initiatieven, bijvoorbeeld het Europees Keramisch Werk Centrum waar ik graag een keer wil werken om daar helemaal mijn eigen gang te gaan met keramiek. Ik wil ook verder met de teksten die ik schrijf, en de fotografie, om die een grotere rol te geven want daarmee laat ik dingen zien die mijn mindset typeren.

Mentor Esther van Rosmalen over Renée

Renée weet precies wat ze wil. Artistiek hoef ik haar niets te vertellen want dat zit van top tot teen in haar. Ook op het gebied van materiaalkennis en techniek weet ze precies wat ze kan, en wat ze nog wil leren. Zo ben ik er erg onder de indruk van haar onderzoek naar manieren om haar kwetsbare keramieken beelden te restaureren op een manier die niets verdoezeld, maar juist iets toevoegt. Haar beelden krijgen zo steeds meer lagen zonder aan kracht in te boeten. Superinteressant, en heel typisch Renée. Haar werk is eenvoudig en heel complex tegelijk, er zijn zoveel manieren om ernaar te kijken en minstens zoveel verhalen over te vertellen. En dat is wat ons samen bezig houdt tijdens Inversie: de wereld van Renée in kaart brengen en steeds een beetje meer met de buitenwereld delen.

Tekst: Esther van Rosmalen
Beeld: Marcel de Buck

Meer over Renée Bus

Meer over Inversie