Constructies waren zeker te herleiden naar de aanpak van Isamo Thissen. Niet alleen verkende ze de mogelijkheden van drie dimensionale presentatievormen van haar werk, ook toonde ze een work in progress door een rolsteiger als kader te gebruiken wat een verrassende extra lading gaf aan de cartografische voorstelling.
Niels Roest ging terug naar zijn eerdere werk van voor Inversie en reflecteerde in zijn presentatie zo op de oorsprong van zijn beeldtaal.
Jesse Fischer verruilde daarentegen het canvas voor de muur en ging al schilderend de uitdaging aan om mythische figuren binnen de architectonische (on)mogelijkheden te brengen, met een intrigerend vervreemdend resultaat tot gevolg.
Natuurlijk is een werkperiode ook om mentaal werk te verzetten, zoals het onderzoek van Berendine naar de aspecten van performance kunst en de betekenis hiervan voor haar werk. Een klein voorproefje was al te zien via een video-installatie.
Froukje de Boer tartte de natuurkrachten in haar bouwwerk van glas, water waarvan zij de fragiliteit dankzij het vacuüm tijdelijk kon opheffen, maar uiteindelijk wint de zwaartekracht het en storten ze ineen tot een sculpturaal residu.
Qiaochu Guo tastte in diens performance de eenheid tussen lichaam, object, geest en ruimte af in de kelder van De Fabriek waar het publiek zich tussen het woud van zuilen om de plaats van handeling bewoog.