Voor ik opsta, luister ik naar een geleide meditatie. Ik leg mijn telefoon naast me in bed en luister naar de zachte vrouwenstem die me vertelt dat ik wakker word in een boshuisje. Ik strek me uit tussen knisperende lakens, sta op en kijk vanaf het balkon hoe de zon opkomt vanachter boomtoppen. Bedenk drie dingen waar je dankbaar voor bent, instrueert de stem me. Vanmorgen zijn het de aantredende herfst, de vriendin die ik al sinds de brugklas ken, mijn verkering. Nu loop ik op blote voeten het bos in, vochtig mos vormt mijn pad. Ik laat me natregenen door een frisse regenbui, het spoelt alles van me af en vervolgens warm ik me aan de zon.
Ik kom aan bij een poort en de stem vertelt me dat achter deze poort mijn paradijs ligt, dat ik helemaal zelf mag bedenken hoe het eruit ziet en dat ik er naar binnen mag gaan. Ik neem plaats op het rotsenstrand voor de oude Amerikaanse inn waar Charlie Chaplin ooit verbleef en ik afgelopen zomer iedere avond in bed luisterde naar het klotsende water tot mijn ogen dichtzakten. Op deze plek zegt de stem me drie dingen in gedachten te doen manifesteren. Mijn debuutroman, een huis met moestuin, dat mijn verkering blijft. De stem telt terug van tien naar een en ik lig weer in mijn eigen bed, waar ik met mijn vingers en tenen wiebel om terug in mijn lichaam te komen.