Interview met Arjuna Vermeulen voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad
Tijdens die samenwerking besefte Vermeulen dat hij heel lang heeft vastgezeten in wat wel of niet mogelijk is in zijn bewegingen en in hoe hij zijn verhaal vertelt. Als breakdancer gebruikt hij bijvoorbeeld bijna nooit zijn armen, behalve voor wat simpele bewegingen om de beat te ondersteunen. 'Maar Shailesh werkt met allerlei armconcepten omdat hij naast breaker ook popper en locker is', legt Vermeulen uit. 'Tijdens de repetitiedagen heb ik een paar uur naar mijn armen staan staren, zo van: what the fuck moet ik ermee doen?' Plots klikte het en lukte het hem om Bahoran te volgen. 'Blijkbaar ben ik niet alleen maar de breakdancer die bepaalde bewegingen doet, blijkbaar kan ik meer met mijn lichaam', ging er door Vermeulen heen. Sindsdien probeert hij zijn artistieke visie verder te ontwikkelen.
Taal als maker
Daar past zelf dansen minder goed bij, al is dat enigszins noodgedwongen – Vermeulen is met breakpensioen. 'Sinds mijn twaalfde breakdance ik al. Na een paar jaar les ben ik gewoon buiten gaan trainen, op stenen, zonder coach, zonder warming-up. Mijn lichaam is nu op. Mijn knieën, schouders en nek doen pijn.' Hij doet oefeningen om de pijn te verlichten, zodat hij wellicht ooit zelf weer kan dansen. Maar ondertussen weet hij dat niet alleen uitvoerend dansen hem gelukkig maakt; sinds Traces is hij zich gaan afvragen wat de taal is die hij wil spreken als hij als maker in het theater staat en in hoeverre die verschilt van de taal die hij spreekt op de breakdancevloer.
Dat wat hem drijft, zijn filosofie, is liefde. Die vond hij toen hij in zijn tienerjaren begon met breakdancen. 'Ik ben opgegroeid in een buitenwijk van 's-Hertogenbosch en werd altijd gepest. Ik heb een Indiaas uiterlijk, ook al ben ik Afrikaans-Indiaas. Mijn zus heeft een Afrikaans uiterlijk, mijn moeder is een redhead uit Rotterdam en er waren geen vaders in beeld. Wij waren het weirdste gezin in de straat.'
Overal waar hij kwam bleef hij de vreemdeling: 'Bij turnen was ik de enige bruine dude in een strakke legging. Bij capoeira was iedereen achttien terwijl ik elf was.' Maar toen stapte hij een les breakdancen binnen. 'Binnen tien minuten zag ik: iedereen is hier weird. Er waren Surinamers, Molukkers, Hindoestanen… Ik denk dat dat inherent is aan straatcultuur en aan hiphop: iedereen die zich niet thuis voelt belandt op straat.'
De liefde die hij meer dan twintig jaar geleden in de breakdancecultuur vond, neemt hij nog steeds mee in alles wat hij doet. Een aantal jaar geleden zette hij met anderen het community center Cypher HQ op om hiphopcultuur te vieren en door te geven. Ook organiseert Vermeulen evenementen, zet projecten op en maakt community theater. De tatoeage op zijn nek spelt: Love is my religion.