Hoe zou jij je praktijk willen omschrijven?

Mijn praktijk vertrekt vanuit een context waar ik op reageer. Dat begint bijvoorbeeld nu al in dit telefoongesprek met jou. Het eerste wat ik doe is nagaan wat onze rollen zijn. Nu ben ik hier voor jou aanwezig via mijn stem. Ik wilde hierbij Google gebruiken om voor mij de stem te zijn, en jou te vertellen wat ik had kunnen zeggen. Mijn bedoeling was om je dit gegeven te laten ervaren, maar helaas laat de techniek het afweten. Ik moet nu toch zelf je vraag beantwoorden, en dat antwoord is: wat ik doe is een situatie analyseren en daar met verschillende media op reageren. Dat kan een performance zijn of een sculptuur, waarmee ik de omgeving laat deelnemen. Het doel is - want dat ga je misschien vragen - dat er geen doel is. Ik spreek over beweegredenen zoals het ontrafelen van de belangen van eenieder. De vorm van mijn reactie verandert telkens en dat mag van mij ook gebeuren.

Hoe zou jij je praktijk willen omschrijven?
Hoe zou jij je praktijk willen omschrijven?

Was er een speciaal moment dat je inspireerde om kunstenaar te worden?

Ik weet heel duidelijk wanneer dat moment heeft plaatsgevonden, en dat was vurig en vol passie. Ik was toen vrijwilliger bij het Oerolfestival voor een optreden met circusartiesten. Ik was daar als performer en danser. Ik vond het meewerken hieraan een spektakel en dat maakte allemaal diepe indruk; de training die ik kreeg en tot diep in de nacht de tango dansen. En dat heeft me geleid naar de kunstacademie. Ik heb ook antropologie gestudeerd, waar het mij ging om mensen meer te begrijpen, maar op de kunstacademie zat ik meer in mijn rol van het analyseren van mijn omgeving. Dat past me meer dan het staan op een podium omdat ik ook aan de zijlijn wil zijn om alles te overzien. En ik ben ook heel blij met de traditie van beeldende kunst, die weer heel anders is van de podiumkunsten. Daarom is de optie van het theater voor mij niet logisch.

Waarom is het een goed moment voor jou om aan Inversie deel te nemen?

Ik zat zelf in een fase dat ik me vanuit een grote groep los moest maken. Ik heb al vaker in collectieven gezeten, maar hier woonden we ook bij elkaar, en toen dat stopte had ik vooral behoefte aan een klankbord. Ik ben dan ook heel blij met mijn mentor Ad van Rosmalen; we praten veel over mijn werk en mijn houding, daar heb ik heel veel aan gehad. Voordat ik bij Inversie begon had ik zelf dat losmaken al in gang gezet en was daar al een jaar mee bezig, maar ik kwam er niet helemaal uit. Ik merk dat ik nog steeds volop in ontwikkeling ben, soms lijkt het wel of ik nog begin omdat ik eigen werk maak. Wat ik ook heel fijn vind bij Inversie is het kennismaken met andere gebieden binnen de kunstwereld, zoals het bezoek aan diverse werkplaatsen dat heel nuttig en inspirerend was. Vooral voor mij omdat ik veel interesse heb voor het werken met materiaal. Ook de presentaties die we samen geven zijn waardevol. Voor mij voelen de ruimtes voor beeldende kunst nog steeds niet logisch, daarom is het heel fijn dat Inversie mij de mogelijkheid geeft om dat toch te doen. En binnen Inversie is dan weer wel logisch omdat ik hier de vraag kan stellen hoe ik daarin verder kan komen.

Wat is er in jouw praktijk iets waar je misschien zelfs wel een hekel aan hebt?

Nou, dat had ik eigenlijk al bij de eerste vraag: het omschrijven van mijn praktijk. Daar sprak ik over beweegredenen en niet over doelen, omdat alles doelmatig moet zijn. Overal moet waarde aan worden toegekend, en dat wil ik niet. Het is iets dat ik, samen met andere makers, aftast en als er dan een vorm van kapitaal aan moet hangen wordt ik bijna misselijk, dan loop ik vast. Waarde is natuurlijk meer dan een belang waar je geld voor moet neerleggen; dat is het lastige van taal dat je de wereld van het ene inbed in die van het andere. Het kapitalistische systeem is zo groot dat ik het niet kan overzien, maar dat komt wel samen in alle dingen. Al zal ik het zelf liever vermijden om de kunst een kapitalistisch systeem te benoemen, kan ik er wel mee instemmen dat het een samenvatting is van dat waar ik een hekel aan heb.

Wat is er in jouw praktijk iets waar je misschien zelfs wel een hekel aan hebt?
Wat is er in jouw praktijk iets waar je misschien zelfs wel een hekel aan hebt?

Wat doe je het liefste, als je mag kiezen en nergens rekening mee hoeft te houden?

Ik geniet heel veel van het opzoeken van grenzen waar een bepaald soort confrontatie zich doet gelden. Bijvoorbeeld als ik in de avond over de autoweg loop wat overdag niet kan. Dat staat voor mij voor iets groters, en daar geniet ik van. En het laatste werk dat ik heb gemaakt, een fontein, is gebaseerd op een herinnering aan grotten in Frankrijk waar ik deze zomer ben geweest. Daar zou ik graag weer naar terug willen. En sinds kort heb ik een keramiekoven en daar wil ik ook dingen mee maken. Dat is heel concreet, het in-concrete is waar ik mee begon; het dagelijks leven anders beleven.

Begin deze maand stond je op de NOCKNOCK Art Fair, een kunstbeurs te Amsterdam. Wat voor ervaring is dat geweest?

Ik ben heel tevreden over wat ik heb gemaakt - dat was die fontein - en hoe dat werk reageerde op de beurs. Deze sculptuur bevatte water dat bedoeld was om te schenken aan de bezoekers van de beurs. Dat ging er om dat ik mij naar hen dienstbaar zou opstellen en iets zou stellen tegenover het champagne drinkende publiek van de opening. Ik vond dat te heftig en te wild om uit te voeren omdat ik dat ook vanuit mijn eigen naaktheid wilde doen. Maar op die beurs was al zoveel naakt, letterlijk naakt, afgebeeld. En er was ook een modeshow waarbij er werken door modellen werden getoond. Alles waar ik op wil reageren was al zo onderdeel van de beurs dat ik me afvroeg of men mijn intentie wel kon lezen. En dat kon ik niet handelen. Wat ik meeneem van de fair is: wat als ik mijn intentie van maken tegenovergesteld is aan het ervaren van mijn bedoeling, dan gaat er iets mis. Maar toch kan ik ook iets negatiefs meenemen als een positieve ervaring omdat ik er lering uit heb getrokken.

Waar ben je op dit moment mee bezig?

De komende twee maanden ga ik samenwerken met Sam Wilson Fletcher en Anna Spiliotopoulou in Galerie Troef te Leiden. We gaan daar een werk maken dat de hele galerie gaat vullen. Het is een scène uit een schip waar Sam mee heeft gevaren. Het is het idee dat de bezoekers in een ruimte lopen die het ruim van het schip is, en waar je allerlei elementen aantreft die het verhaal van het schip vertellen. Bijvoorbeeld een computer waar tekst uitgedraaid wordt over wat er buiten op zee aan de hand kan zijn en zo tot de verbeelding spreekt. Daarmee starten we deze week en de eerste opening – want er zijn er drie – is op 15 november.

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Waar ben je op dit moment mee bezig?

Wat zijn je plannen voor de verre of nabije toekomst?

Ik wil volgend jaar naar een residency, ik hoop naar Japan in de lente, samen met drie andere kunstenaars. En ik ga in een project samenwerken met kunstenaar David Maroto. Verder heb ik gemerkt  dat ik het heel fijn vind om installaties te bouwen, daar wil ik graag mee doorgaan. En ik vond de rondleiding bij het Noordbrabants Museum door Ranti Tjan fantastisch. Ik zou graag meer willen weten van andere personen in de kunstorganisatie hoe zij hun rol zien. Ik wil proberen me door hen uit te laten nodigen om zo meer te leren over hun inzichten met betrekking tot de kunstwereld en wat al die verschillende posities inhouden. Mijn doel is dat het voor mij puur gaat om het overzicht dat ik nog niet heb en zo beter begrijp wat ik zie gebeuren. En het is voeding voor mijn kunstenaarschap. Eigenlijk is dit nu een open sollicitatie.

P.S. Op de foto’s dragen jullie allemaal gele pakken, waarom is dat?

Dat heeft te maken dat ik me steeds meer presenteer in werkkleding. Ik vind het leuk om kleding vanuit een ander werkveld te dragen, bijvoorbeeld van vuilnismannen omdat ik daar ook een project mee heb gedaan, maar ook omdat het deel uitmaakt van het dagelijks leven. Als kunstenaar loopt privé en zakelijk altijd door elkaar, en er is geen werkpak om het verschil duidelijk te maken, je werkt dus altijd. Daarom vind ik het dragen van werkpakken noodzakelijk. Voor de foto hebben mijn mentor en ik werkpakken aangetrokken en ook de fotograaf moest meedoen om hem onderdeel van het geheel te maken en ook zichtbaar te laten zijn in het werkproces. Ik wil ook zo’n situatie als een foto of een interview niet voor lief nemen, daar denk ik dan over na en ook wat mijn mogelijkheden zijn. Waarom doe ik dit, wat is de intentie en dan beslis ik wat mijn houding hierin is.

P.S. Op de foto’s dragen jullie allemaal gele pakken, waarom is dat?
P.S. Op de foto’s dragen jullie allemaal gele pakken, waarom is dat?

Mentor Ad van Rosmalen over Sofie

Met haar, bijna onbedwingbare, neiging om te doorgronden waar het om gaat, wat de ander beweegt of wat de bedoeling kan zijn van haar artistieke praktijk, gaat Sofie soms verder dan de grens die een artistieke praktijk heeft of die een ander stelde of wat denkbaar is. Sofie is heel goed in het stil laten vallen, het doen inzien dat er op veel verschillende manieren gekeken kan worden om iets in te zien. De beeldende werken, in drukwerk, in performances, in metaforische uitspraken zijn veeltonig van aard, maar altijd terug te leiden naar die ene vraag: ‘Waarom moet Sofie Hollander dit doen?’

 

Tekst: Esther van Rosmalen
Beeld: Marcel de Buck

Meer over Sofie Hollander

Meer over Inversie