Hoe zou je je praktijk willen omschrijven en welk thema komt terug in je werk?

Ik ben multimedia kunstenaar en maak hoofdzakelijk sculpturen. Het materiaal dat ik gebruik bestaat uit gevonden voorwerpen, keramiek, 3D prints, epoxy klei, horens en wasachtige materie. Hiermee creëer ik groteske en krachtige sculpturen die een organische vervreemding zijn van bijvoorbeeld een totempaal, een altaar of een wapen. Body horror is een thema dat vaak terugkomt, al is dat nou ook niet precies hoe ik het zou willen noemen. Meestal bestaat mijn werk uit drie elementen: het organische, het industriële en het symbolische.
Vaak denk ik vanuit een fantasiewereld waarin de sculpturen zich bevinden, en die wereld loopt parallel aan onze wereld. Of er nog mensen in die wereld zijn is niet altijd duidelijk, al refereert alles wel naar de mensheid door de objecten die door de mens zijn gevormd. In deze futuristische wereld ontstaat er een mix van verbindingen waaruit nieuwe entiteiten ontstaan. Mijn sculpturen zijn een dwarsdoorsnede van die wereld, en dat zijn ze ook in de White Cube: ondergronds en onzichtbaar lopen ze door en laten alleen fragmenten zien.

Hoe zou je je praktijk willen omschrijven en welk thema komt terug in je werk?
Hoe zou je je praktijk willen omschrijven en welk thema komt terug in je werk?

Was er een speciaal moment dat je inspireerde om kunstenaar te worden?

Ik had vier jaar lang een eigen bedrijf gespecialiseerd in 3D visualisaties. Dat ging best goed en ik had genoeg opdrachten en overwoog zelfs om iemand aan te nemen. Zittend aan mijn bureau draaide ik me om en mijn oog viel op een boek over tekenen. Dat boek had ik jaren geleden gevraagd voor mijn verjaardag, toch had ik het nog steeds niet ingekeken. Op dat moment sprongen me de tranen in de ogen en vroeg ik me af waarom ik geen tijd meer had om voor mezelf te creëren. Werken in mijn bedrijf gaat over het uitvoeren van de ideeën van anderen, maar er is geen ruimte voor mijn eigenheid. Ik ben toen weer begonnen met tekenen en andere vormen van het maken waardoor ik ontdekte dat ik kunstenaar wilde worden en dit maakte me zo gelukkig.

Wat zijn je verwachtingen bij Inversie en waarom is het een goed moment voor jou om mee te doen?

De reden dat ik meedoe is dat er best veel dingen een rol spelen die ik wil uitzoeken. Dat gaat over het verbreden en versmallen in mijn werk. Dat is voor iedereen een ander moment. Voor mij was het afstuderen voornamelijk versmallen, daarna begon het verbreden, en kwamen er vragen op waar ik antwoorden voor nodig heb zoals dat ik mijn werk wil laten zien als een prop in een film. Dat is niet zo makkelijk als het klinkt, daar zijn veel stappen voor nodig. Het gaat eigenlijk om de vraag: waar hoort mijn werk thuis? Zo gaf bijvoorbeeld de werkperiode laatst bij Witte Rook in de StadsGalerij me daar antwoord op door mijn werken in de buitenruimte te fotograferen. Inversie heeft me nu al veel geholpen. Het kunstenaarschap is moeilijker dan ik dacht. Niet om mijn werk te tonen, maar er zijn zoveel situaties die ik tegenkom waar je amper over kunt leren op de kunstacademie. De vraag is ook of een academie je er wel op kan voorbereiden. Nu was mijn afstuderen ook in de Coronajaren, dat maakte het ook niet makkelijker.

8281

Wat is er in het kunstenaarsvak van belang waar je helemaal geen zin in hebt?

Open Calls! Ik heb er veel gedaan en ik ben er best gefrustreerd over. Het kost verschrikkelijk veel tijd en de kansen zijn klein. Soms moet je heel veel aanpassen aan wat je zelf wil om toch te voldoen aan de voorwaarden. Ik heb periodes nodig in mijn atelier om te werken aan mijn eigen ideeën, daar steek ik liever mijn energie in. Een ander voorbeeld is sculptuur in de openbare ruimte. Ik zou daar graag aan mee willen doen, maar dat soort calls stellen best veel eisen: een relatie met de stad, iedereen moet tevreden zijn, heel geëngageerd en dat past niet bij mijn werk. 
Door mijn aversie tegen Open calls loop ik misschien ook wel dingen mis, vooral de calls die wel je autonomie en vrijheid geven. Toch geloof ik dat het balletje wel gaat rollen. Ik hoef daar niet constant mee bezig te zijn. Misschien wordt het later wel stil en daarom ben ik bezig met een voucher bij het Mondriaan Fonds, dat helpt al. Door Inversie voel ik me steviger en wil ik me gaan richten op het Makersfonds van de gemeente Tilburg en de regeling Kunstenaar Start van het Mondriaan Fonds. Dus meer dan genoeg te doen.

Wat doe je het liefste als je mag kiezen en nergens rekening mee hoeft te houden?

Het liefst ga ik los op mijn sculpturen. Zijn er dan kunstenaars die iets anders willen dan werk maken? Ik ben het proces van het maken meer gaan waarderen. Toen ik begon op de academie was ik veel te perfectionistisch. Ik heb geleerd dat fouten maken juist interessant kan zijn. Ik ben ook radicaler geworden, zo zaag ik stukken van sculpturen af en plaats ik daarop 3D geprinte onderdelen. Het is ook leuk om ouder werk uit elkaar te halen en weer op te bouwen. Dat past ook inhoudelijk bij mijn werk. Het wordt zo voor een deel nieuw werk, heel boeiend en ook superspannend. Daardoor zie ik ook hoe ik het eerst deed, en met de mogelijkheden die er nu zijn kan ik het weer aanpassen, daar word ik gelukkig van. Het gebruik van de 3D printer is recent. Ik had een tijd lang een aversie tegen het gebruik van de computer omdat ik dat eerder veel deed, en uit principe wilde ik dat niet meer doen terwijl het nu supergoed past bij mijn werk. Daar lag natuurlijk ooit mijn interesse. Ik ben niet voor niets mijn bedrijf begonnen.

Je werk is nu in Odapark te zien, kun je daar iets meer over vertellen?

Dat is een lang verhaal. Ik heb met een groep kunstenaars deelgenomen aan het Apprentice / Master programma van Kunstpodium T dat is afgesloten met een expositie bij B32 in Maastricht. Het was fijn werken met de groep. We begonnen met brieven schrijven omdat we op grote afstand van elkaar wonen, en dat werkte erg goed. We deelden veel met elkaar, wat je anders niet zo snel doet. Het inrichten van de tentoonstelling was non-hiërarchisch; we namen alles mee, kunstwerken, onaffe werken, de brieven, boeken en ook objecten. Het uitgangspunt was dat alles wat we meenamen getoond mocht worden en zo werden het constellaties van vele werken. Hiermee hebben we de Jan Naaijkensprijs gewonnen, en een expositie in Odapark, waar we dit ook wilden doen. Hier hebben we stenen uit de tuin gehaald omdat we ook iets uit de omgeving in de expositie wilden verwerken. Het werden een soort van platforms waar werk in en op geëxposeerd kan worden. Ik vond het nu wel belangrijk om een af werk te tonen en ben heel trots op het resultaat.

En waar ben je op dit moment mee bezig in je atelier?

Ik overweeg om iets te doen met beweging in mijn werk. Dat had ik op de academie al bedacht en toen was mijn conclusie dat het te veel aandacht opeist en dat vond ik toen niet zo interessant. Suggestie leek me beter, het gaat om de essentie van het werk. Ik ga nu wel verder met bewegende delen.

Ik heb al een idee, het wordt iets met water, maar hoe het er uit komt te zien moet ik nog verder vormgeven. De inspiratie komt uit een comic boek van Druillet en het zal iets fonteinachtigs worden. Het zit nu nog in de fase dat het een idee is in mijn hoofd, ik moet nog gaan klooien. Daar ga ik met mijn mentor Oscar Peters aan werken die veel bezig is geweest met kinetische kunst, en dat is waar ik me tijdens Inversie mee bezig ga houden.
En waar ben je op dit moment mee bezig in je atelier?
En waar ben je op dit moment mee bezig in je atelier?

Wat zijn je plannen voor de toekomst?

Ik heb nog niet doorgedacht wat ik na Inversie wil doen. De manier waarop ik werk, daar ben ik tevreden over en dat wil ik doorzetten. Ik hoop vooral een manier te vinden om die wereld waar mijn werk op is gebaseerd te delen met het publiek. Dat zou een publicatie over mijn werkproces kunnen zijn. Het kan ook meer richting installatie gaan door met de 3D printer de overgang te maken van het beeld naar de vloer. Je kan dan ook denken aan het werk van Laure Prouvost. Ik zie het voor me dat het zo steeds een stap verder gaat en dat vraagt om een andere manier van werken.

Mentor Oscar Peters over Fedrik

Het is een vreemde samenwerking die Fedrik en ik zijn begonnen. Ons werk lijkt heel ver uit elkaar te liggen en toch hebben we raakvlakken. Ik vind het fascinerend hoe anders hij vanuit vorm en spel sculptuur benaderd, en ook vanuit een digitale invalshoek. In het digitale kan je oneindig blijven boetseren en veranderen voordat je iets uitprint. Voor mij is het nieuw om iemand van zo dichtbij hiermee te zien werken en hele spannende, innovatieve dingen te zien doen. Dat is ook voor mij inspirerend en ik hoop hem te kunnen inspireren met mijn ervaringen, opgedane materiaalkennis, en inspiratiebronnen uit film, sciencefiction en popcultuur. Op het eerste gezicht leek Fedriks’ werk mij een soort Goth-Sciencefiction-Horror, maar dat is het niet. Het is veel meer gelaagd en genuanceerd en probeert die conventies juist te overstijgen. Weliswaar staan we nu pas aan het begin van onze samenwerking, maar ik ben al heel nieuwsgierig waar we over een paar maanden zijn!

Tekst: Esther van Rosmalen
Beeld: Marcel de Buck

Meer over Fedrik Vaessen

Meer over Inversie