Dit artikel verscheen op 2 februari 2018 in een speciale bijlage over talentontwikkeling bij het blad Zuiderlucht, en werd geschreven door Anneke van Wolfswinkel.

Schaduwen van vliegende vogels op het gras, de reflectie van bomen in rimpelend water, kale takken heen en weer zwaaiend in een storm. De foto’s en video’s van Noortje Haegens (Eindhoven, 1985) vertragen de gehaaste mens, en nodigen uit tot langzaam en intensief kijken. Dagen, soms wekenlang trekt ze zich terug, wandelend door afgelegen gebieden in Nederland, Finland of Portugal. De intense ervaring van de natuur verbeeldt ze in haar werk.

Het waren anderen die haar op haar talent wezen. Het authentieke van haar werk viel op bij docenten aan de opleiding vormgeving op het SintLucas-MBO, en zij raadden haar aan naar de kunstacademie te gaan. De kunstwereld was een onbekend gebied voor haar, ze moest wennen aan het idee. Op de academie kende ze diepe twijfel, maar ze aanvaardde haar talent, en koos voor het kunstenaarschap.

Het gekke van talent is dat het voor jezelf niet zo uitzonderlijk voelt, vindt ze. De omgeving intensief waarnemen, en die beleving verbeelden in foto’s en bewegend beeld – ze weet inmiddels wel dat niet iedereen dat kan, maar het blijft wennen om het een talent te noemen. Om dat talent te ontwikkelen, moet je simpelweg hard werken en blijven experimenteren, is haar ervaring, om dat wat je wilt uitdrukken scherper en beter te krijgen. En vooral: vertrouwen op je intuïtie, en alleen dat maken wat je écht wilt maken.

De onzekerheid die ze voelde bij de eerste stappen op het kunstenaarspad blijft, misschien wel altijd. De angst dat het dit keer volledig zal mislukken. Maar ze heeft geleerd die angst te herkennen als een onvermijdelijk deel van het creatieve proces.

1272

Na de academie zag ze de ene na de andere oud-studiegenoot stoppen en ander werk zoeken. Zelf pakte ze alles aan wat op haar weg kwam, exposeerde waar ze maar kon, en vond haar weg in de kunstwereld. Petra Cardinaal, galeriehouder van fotogalerie Pennings in Eindhoven, zag haar werk in 2014 en organiseerde direct een solo-expositie. Cardinaal nodigde haar ook uit voor het talentontwikkelingstraject JUMP!. Met steun vanuit de Impulsgeldenregeling van bkkc, nemen vier galeries uit Brabant ieder twee beginnende kunstenaars onder hun
hoede. Samen bezinnen ze zich op veranderingen in de kunstwereld en de verbetering van de positie van jonge kunstenaars. In het traject kon Haegens zich artistiek én zakelijk ontwikkelen en trof ze andere jonge kunstenaars met wie ze van gedachten kon wisselen. Over hun artistieke ontwikkeling, maar ook over hoe je je kunstenaarspraktijk praktisch vormgeeft.
Hoe vind je een publiek? Hoe presenteer je jezelf? Hoe vraag je een subsidie aan, en hoe ziet je boekhouding eruit? Ze zag zichzelf en de zeven anderen grote stappen maken. Ze werd zelfverzekerder, vertelt ze, ze voelde zich niet meer zo’n puppy.

Ook al laat ze zichzelf de laatste tijd vaker weg uit het beeld, haar werk blijft heel persoonlijk. Het ontstaat in eenzaamheid en weerspiegelt haar eigen ervaringen. Van het persoonlijke karakter van haar werk maakt ze haar kracht: ze benadert mensen met dezelfde rust en openheid die ook haar beelden uitstralen. De aankoop van een werk, door een particulier of bijvoorbeeld een ziekenhuis of uitvaartondernemer, leidt vaak tot diepgaande, boeiende gesprekken.

Om haar talent te kunnen blijven ontwikkelen, is moed nodig. En tijd. De bijbaan die ze de afgelopen jaren had bij het bespreekbureau van het Chassé Theater in Breda voor drie dagen in de week, heeft ze pas geleden opgezegd. Ze is er klaar voor om alle tijd en aandacht volledig aan haar kunst te wijden.

Petra Cardinaal, galeriehouder Galerie Pennings
Toen ik Noortjes werk voor het eerst zag, werd ik er echt door geraakt. Ook als je niets over de achtergronden weet, roept het sterke gevoelens op. Ik gooide direct mijn planning om en gaf haar een solotentoonstelling in de galerie. De oprechtheid van haar werk, haar gedrevenheid om zich inhoudelijk te ontwikkelen, maken dat ze echt past bij Galerie Pennings. Met nieuw werk komt ze als eerste naar mij. We hebben goede gesprekken over haar ambities, maar kijken ook samen naar de stappen die ze kan nemen om ze waar te maken. Ik help haar bewuster te kiezen: aan welke beurzen en exposities doe je mee, welke laat je liggen? Samen zoeken we nu de juiste weg, richting publiek, richting kopers. Het beeld van de chaotische kunstenaar die zijn zaakjes niet op orde heeft , is hardnekkig. Ik denk dat de meeste makers met een beetje begeleiding zich op zakelijk gebied heel goed kunnen ontwikkelen.”