Transcript van deze aflevering
Podcast Hub! #2.6 Met Lena Winterink en Daniel Arthuus
Intro: Werkend met disciplines als textiel, ontwerp en fotografie ontwikkelt Lena concepten tot fysieke representaties van actuele onderwerpen. Het werk van visual artist Daniel manifesteert zich in de ruimte tussen dat wat ons mens maakt en dat wat mensen denken te zijn. Lena: Ja, we hadden eigenlijk een paar vragen voor elkaar. Ik had er twee voor jou.
Daniel: Nou, dames eerst.
Lena: was naar jouw werk aan het kijken en ook de teksten aan het lezen die jij op je website hebt staan, en daar staat: je stelt, je zegt eigenlijk dat je met je werk vragen over mensheid beantwoordt of stelt. En ik was benieuwd waar jij in jouw dagelijks leven daar antwoorden op vindt. Of hoe jij die antwoorden, ja, je vraag, je stelt de vragen en vind je daar ook eigenlijk antwoorden op? En zo ja, waar, waar vind je die?
Daniel: Dat is een, dat is een hele goeie vraag en ik heb tijdens mijn minor filosofie ondervonden dat er eigenlijk twee verschillen zijn. Je hebt onderzoek wat je doet en wat je kan praktiseren. En onderzoek wat je doet, wat gewoon puur theoretisch is eigenlijk. En ik denk dat ik in mijn praktijk vooral antwoord probeer te vinden op vragen die ik heb. Vooral de essentiële vragen, maar die niet direct invloed hebben op mijn leven, omdat ze te fundamenteel zijn eigenlijk. Ik ben met mijn laatste werk ben ik bijvoorbeeld bezig geweest met het bouwen van een een soort van tempel eigenlijk. En daarmee onderzoek ik wat zo'n gebouw of zo'n constructie eigenlijk kan bieden op het gebied van troost of ja, vastigheid aan iemand die een extentiële crisis heeft en daarom religieus is geworden. Maar dat zijn niet dingen die je direct zou kunnen praktiseren of kunt toepassen in je eigen leven, denk ik, misschien sommige aspecten wel, maar veel eigenlijk ook niet.
Lena: Maar dus, de vraag die je dan stelt is. Daniel: In deze specifieke installatie was dat: Wat biedt het megalomane karakter van bepaalde gebouwen en bepaalde kunst aan mensen? Wat? Hoe, hoe, hoe kan het hen troost bieden of vastigheid?
Lena: Aan het gebouw zelf.
Daniel: Ja, ja, de architectuur.
Lena: En en hoe heb je daar antwoorden op gezocht?
Daniel: Dat doe ik niet-direct. Eigenlijk is het meer gewoon het stellen van een vraag of het maken van de situatie en dan kunnen mensen die eigenlijk analyseren en daar wat mee doen of niet.
Lena: Dus je stelt eigenlijk in je werk de vragen en je laat het antwoord open, maar je geeft wel een bepaalde sturing door de vorm die je geeft. Daniel: Ik denk het wel. Dat zal altijd een bias zijn, ja.
Lena: En hoe heb je die dan in je laatste werk gevonden?
Daniel: De bias of?
Lena: Nou ja, ik heb, ik heb wel een idee over welk werk je het hebt, denk ik. Volgens mij heb ik iets zien langskomen met een soort hooibalen die op elkaar gestapeld werden, dus ik kan me voorstellen dat je daar, je hebt daarvoor gekozen, om een bepaalde reden, dus hoe kom je dan op die?
Daniel: Dat stro dat refereert voor mij eigenlijk heel sterk naar goud. Iets wat je eigenlijk door de geschiedenis en heel veel culturen terug ziet komen, maar ook in veel religieuze praktijken. Ik ben al half Colombiaans en heb een tijdje in Colombia gewoond waar ik onderzoek deed naar natives eigenlijk en hoe zij de laatste 500 jaar beïnvloed zijn door katholicisme ook, maar ook door gewoon westerse cultuur. En dan zie je eigenlijk dat hun relatie met goud heel erg veranderd is. Wat die 500 jaar geleden puur spiritueel was en waar hij ingezet werd op een spirituele manier kunnen zij vandaag dat materiaal helemaal niet meer gebruiken omdat het financieel totaal ontoereikend is geworden.
Lena: Ja, gewoon te duur eigenlijk. Daniel: Ja, compleet. En ik vind het eigenlijk interessant hoe dat materiaal dus in gebouwen, in architectuur, maar ook in kunst, een rol gespeeld heeft, maar eigenlijk ook hele praktische doeleinden heeft. En dan vind ik het dan tof om dat materiaal te gebruiken en mijn eigen constructies te maken.
Eigenlijk. En ja, ik denk dat je die in de LocHal bedoelt, die toren?
Lena: Ja, ik, ik heb iets langs zien komen en het leek een beetje op een iglo. Met een gat bovenin.
Daniel: Ja, dat was een toren van bijna zes meter hoog met een koepel erbovenop. En daar wilde ik inderdaad gewoon die architectuur gewoon nabootsen. Ik wilde zelf een koepel bouwen, die zie je op heel veel plekken in de wereld terug en helemaal bovenin zat dat dan een gat en daar scheen een lamp naar beneden. En dat vond ik eigenlijk, ja heel top, om gewoon een keer zelf te maken. Dus in plaats van dingen alleen maar theoretisch te benaderen, wilde ik zelf een een een een construct maken, wilde ik zelf zo'n ervaring creëren.
Lena: En hoe relateert dat dan aan het woord mensheid?
Daniel: Mensen willen allemaal hetzelfde denk ik. Ze zoeken allemaal. Als je, als je kijkt in die geschiedenis, dan zie je dat mensen altijd de hoogte in willen. Ze willen altijd belangrijke gebouwen. Belangrijke mensen die gaan de hoogte in. En het is iets heel simpels eigenlijk. Het gaat alleen om hoogte en dat wilde ik eigenlijk hier benaderen van dit is hoog, dit heeft licht en that’s it eigenlijk.
Lena: Interessant en dat heeft ook een. Heeft het ook een relatie naar religie, of laat je die eigenlijk los?
Daniel: Ik denk dat gebouwen die zo hoog gebouwd worden, of tenminste als je het hebt over religieuze gebouwen, die maken ook vaak gebruik van die hoogte. En ik denk dat ze dat wel met een reden doen. Vaak heb ik het idee dat dat een entiteit of een god of zo dan toch het één of andere.
Lena: Aachtige is boven, en hoog en daar willen we naartoe. En de mensheid wil die dan een soort van bereiken? Daniel: ja, een soort van hiërarchie is belangrijk. Ja, maar dat gaat dan specifiek over die hoogte en dat werk. Maar over jouw werk, want ik zat op jouw website te kijken en daar kwam ik een project tegen wat heel erg gaat over textiel en hoe jij volgens mij textiel ontwerpt naar aanleiding van de persoonlijkheid van mensen. Klopt dat? Oké, hoe ging dat in z'n werk? Interview jij de mensen of hoe? Hoe kom je tot het ontwerp?
Lena: Ja, ik denk dat, daarom sprak bij jouw werk ook het woord mensheid me aan. Ik heb eigenlijk een beetje een liefde en aversie voor mensen. Om de rol die we in de wereld spelen, vind ik vrij desastreus eigenlijk. Maar tegelijkertijd vind ik het ook fascinerend, want hoe we met allemaal dezelfde kant op bewegen in het grotere plaatje, dus niet als je denkt over politieke stromingen maar meer meer de de meerheid zeg maar het meer zijn van de mens. Dus hoe je met z'n allen beweegt in bepaalde systemen en die systemen vind ik heel fascinerend. Maar ik denk dat ze ook heel ongrijpbaar zijn voor veel mensen en ook voor mezelf. Dus ik vind het interessant om te kijken naar hoe je eigenlijk die grotere systemen kunt vangen in heel persoonlijke aspecten. En ja, ik denk, het project waar je het nu over hebt, is een samenwerking met zes vrouwen uit Amsterdam Nieuw-West. Die heb ik leren kennen dankzij Cascoland, een organisatie die werkt aan het opkrikken van buurten eigenlijk. En zij hebben in de Lodewijk van Dijsselstraat en ééndagzaak opgericht. Dat is een plek waar mensen uit de buurt met een ondernemerswens, één dag per week gratis hun onderneming kunnen toetsen of testen of uitvoeren. En daar kwamen. Ja, het is eigenlijk een soort winkelpand, een grote etalage. En de om ja ook een connectie met de buurt te maken. En daar kwamen dus op een gegeven moment, want je hebt dus zeven, zes dagen in de week kwamen ze. Uiteindelijk zaten er zes vrouwen in die allemaal met textiel werkten, en toen hebben ze mij daarbij gevraagd om te kijken wat ik daarin kon betekenen en ik zag daar eigenlijk een hele mooie kans. Ik dacht: ja, dit zijn mensen die ik niet ken, die hebben, die komen allemaal uit een andere achtergrond dan waar ik zelf vandaan kom, maar we hebben wel een connectie met de stad. Hoe kunnen we hun verhalen en hun kwaliteit ook, want daar ging het vooral om, dat zij allemaal iets met textiel doen en ik ook, met elkaar verbinden. En ik heb hun allemaal gevraagd om vijf persoonlijke objecten uit te zoeken en aan mij te laten zien en een verhaal over te vertellen. Dus ik heb hun ja geïnterviewd, maar ook de objecten die zij meenamen op de foto gezet. En met die objecten en de foto's of eigenlijk met de foto's van die objecten, heb ik een print op textiel ontworpen voor iedere, iedere, ja, één dag zaken om het zo maar te noemen. En die prints op textiel, die ja, die waren dus heel persoonlijk, omdat het over hun object en hun verhalen gaat. Maar tegelijkertijd, wat ik daarmee wil bereiken, is dat anderen zich daar ook in herkennen. Dus dat ook al is het een heel persoonlijke stof die ik heb gemaakt voor iedere ééndagszaker, of iedere onderneemster eigenlijk. Tegelijkertijd laat het zien dat wij allemaal een relatie hebben tot objecten en is het ook de bedoeling dat je je daarin kan herkennen en dat je denkt oh wat bijzonder en dat er dingen in jouw hoofd gaan spelen over de objecten waar jij waarde aan hecht.
Daniel: Maar het is ook eigenlijk het hele omdraaien eigenlijk van kleding, want vaak heb ik het idee dat door bepaalde kleding te dragen dat je jezelf ook bijna automatisch classificeert tot een bepaalde groep of zo. En door persoonlijke dingen in je eigen kleding te verwerken, dan wordt het opeens totaal eigen ofzo. Het gaat niet meer over iemand anders, het gaat puur over jezelf eigenlijk.
Lena: Ik denk dat dat de achterliggende ja, een groter verhaal in mijn werk is. Dat ik heel erg op zoek ben naar hoe kan ik. Dus je hebt, zeg maar, die objecten waar je waarde aan hecht, omdat daar een persoonlijk verhaal aan vast zit. Maar ik ben ook heel erg bezig met hoe je juist weer het verhaal al in het object kan brengen voordat je er nog waarde aan hecht. Dus hoe kan ik ervoor zorgen dat de dingen die we gebruiken en de stoffen die we dragen of het tapijt dat er op de grond ligt? Hoe kan? Hoe kan ik daar een extra persoonlijke waarde in toevoegen, zodat we ook meer waarde hechten aan de spullen die we hebben en daar voorzichtiger mee omgaan dan dat we nu vaak doen? En ja, dat is denk ik, mijn persoonlijke inbreng qua ontwerp en de kledingstukken die die onderneemsters daarmee hebben gemaakt, die hebben zij zelf ontworpen. Dus in die zin was het echt een samenwerking dat ik vanuit hun verhalen en objecten een stof heb ontworpen en zij hebben daar weer geïnspireerd op die stof, hebben zij een kledingstuk ontworpen.
Daniel: Ik vind het ook super mooi hoe ze dan daarna ook weer gedocumenteerd zijn. Hoe hoe ze inderdaad, op jouw website dan, het proces kan zien, maar daarna ook eigenlijk hen weer in hun eigen creaties of zo. Lena: Ze hebben zelf, tenminste er zijn twee vrouwen die zelf niet op de foto wilden, maar de rest is: ja, draagt hun eigen kledingstuk, dus ze hebben het ook echt voor zichzelf gemaakt. En dat is echt heel erg ontstaan, ook tijdens dat project en dat vond ik heel mooi, want ja, dat is heel erg in hun visie mee kunnen gaan, zeg maar, en dat echt samen creëren. En ook: ja, ik denk wat het heel erg uitdraagt, wat goed gelukt is aan het project, is dat het dus heel erg gaat om om die individualiteit maar door een bepaalde esthetiek toe te voegen komen die heel persoonlijke verhalen samen in één collectie van zes stuks, die juist weer heel erg laten zien, dit zijn wij, wij wonen hier en dit zijn onze kwaliteiten en dat juist weer uit te dragen als collectief.
Daniel: En de kledingstukken die zijn bij hen gebleven of die zijn weer met jou meegegaan?
Lena: Dit verplaatst zich de hele tijd een beetje. Het idee is dat ze wel echt van hun blijven. Op dit moment hangen ze deels in de ééndagszaak, maar het is ook wel de bedoeling dat het zoveel mogelijk aandacht krijgt. Dus ik ben nog wel bezig met het ook naar een ander vlak toebrengen. Dus één van de jurken, die heeft bijvoorbeeld in een expositie in de Nieuwe Kerk in Amsterdam gehangen. Dat was een ja, supergave expositie. Het heette Maison Amsterdam, een expositie over de geschiedenis en het activisme eigenlijk in de mode in Amsterdam. En daar, ja, toen heb ik wel gevraagd, is het oké, als ik één jurk daar in de expositie plaats want dan krijgen we meer gezicht, zeg maar dus ja, dat eigenlijk.
Daniel: Mooi, ja, nee, echt, ik vond het een heel tof project ja, het komt allemaal heel mooi samen.
Lena: Dankjewel. En in welke hub heb jij gezeten?
Daniel: In inversie, dat was van Witte Rook, Kunstpodium T en TAC. Lena: En dat is ook een eenjarig project. Daniel: Officieel, vijftien maanden, maar hè Corona. Dat liep allemaal uit. En volgens mij is het toen iets van in plaats van vijftien, achttien maanden geworden, of zo. Dat was ook omdat we op This Art Fair zouden staan en dat werd ook later georganiseerd, dus dat werd verplaatst. Dus uiteindelijk hebben we een beetje moeten schuiven met de planning. Maar ja, vijftien, ja, anderhalf jaar ongeveer. Lena: En hoe heb je dat ervaren? Wat was jouw motief om daaraan mee te doen? Daniel: Volgens mij was ik toen net één of twee jaar afgestudeerd, toen de Open Call naar buiten kwam. En ja, je hebt net de kunstacademie gedaan, ik had gelijk een atelier genomen, was lekker bezig met een collega. We sparden heel veel. Wij werkten veel, wij organiseerden zelf exposities. Dat deed ik veel samen met Josine Vissers en op een gegeven moment dan merk je dat je tegen bepaalde grenzen aanloopt. In je eigen praktijk zijn bepaalde fundamenten. Het is een stukje ondernemerschap maar ook inhoudelijk onderzoek. Je praat eigenlijk, dan constant met elkaar. We waren met z'n tweeën. We sparden heel veel met elkaar, maar wij misten eigenlijk ook nog extra mensen om mee te praten. En toen dacht ik dit is eigenlijk een hele mooie kans, want je krijgt gedurende die hele periode een mentor die met je meekijkt, die met je spart. Je krijgt ook nog wat werkbudget wat ook weer wat autonomie geeft. Dus in plaats van dat je constant bezig bent van dit is stuur, dit is duur, dit is duur. Kun je echt investeren in je praktijk. En ja, ik denk dat dat allemaal samen, me wel heel veel gebracht heeft, zowel zakelijk als inhoudelijk. Dat inhoudelijk onderzoek en gewoon mijn eigen praktijk beter op orde krijgen.
Lena: Maar heb je daar samen aan meegedaan of jij apart? Daniel: Nee, ik heb toen de dingen aangevraagd bij Inversie, ben toen toegelaten bij dat traject en ben toen gaan draaien. Het is wel heel leuk, want zij doet nu een ander traject, vergelijkbaar als Inversie, the unknown artist. Daniel: Het is heel leuk dat we nu allebei een leerschool leertraject zijn ingegaan. Het zijn allebei ook een hele andere. Want we hebben al vier jaar samen op de academie gezeten, dus nu is het ook goed om allebei weer ander netwerk op te bouwen. Lena: En ook allebei nieuwe input te geven aan elkaar kan ik me voorstellen. Maar jullie zijn wel samen blijven werken?
Daniel: We blijven toch wel veel met elkaar in gesprek.
Lena: Dat is ook wel prettig, kan ik me voorstellen.
Daniel: Ja, zeker op lange termijn.
Lena: Maar jullie delen de studio, maar jullie maken niet samen werk?
Daniel: Nee,geen studio. Ik werk in Dordrecht en zij werkt in Breda. Wij zoeken elkaar gewoon veel op. Om die ateliergesprekken te voeren, maar ook met elkaar te praten over nieuwe projecten.
Lena: Doen jullie ook projecten samen?
Daniel: We hebben toen vrij snel na ons afstuderen een expositie georganiseerd, die heet Have Fun Darling. Dat was heel leuk, want wij proberen daar eigenlijk de wat, ja, hoe zeg je dat? Niet per sé B-werken van kunstenaars te laten te zien, maar gewoon de wat leukere werken, of zo gewoon leuke ongelukjes of zo of dingen. Ja, wat speelser want de hedendaagse kunst kan soms heel serieus overkomen en we willen daar eigenlijk het, ja, het wat laagdrempeliger maken. We hebben toen ook een Suikerspinmachine gehuurd, we hebben shotjes gemaakt met Gummiebears. We wilden gewoon een hele luchtige sfeer maken en we hadden de muren roze geverfd. Dat moest gewoon heel leuk zijn, eigenlijk bijna soort van kermisachtig. Het was ook heel leuk om anders met dat format om te gaan, in plaats van echt een white cube. Dan was dit veel speelser. En we hebben ook samen kerstkaarten ontworpen, dus dat is ook heel leuk. En dat heb ik ook aan inversie weer te danken, want je gaat toch ook nadenken over je PR, je gaat nadenken over hoe bind je mensen aan je praktijk? Hoe houd je ze toch wel engaged met met alles. En rond de kerst dan kan je veel goedkoper kerstkaarten sturen. Je mag ook meer versturen in een envelop met een enkele postzegel, dus opeens kon ik drie hele kleine werkjes en een QR-code in een een kaartje stoppen en kon ik naar 50 mensen sturen.
Lena: Oh, wat een goed goed idee! Daniel: Dat hebben we toen allebei gedaan. We hebben allebei kunstwerken ontworpen die we dus per post naar mensen gestuurd hebben, mensen die belangrijk zijn voor de praktijk. En jij, welke Hub heb jij gedaan? Lena: Ik zat bij Design to Market. Ik kom echt uit de vormgevershoek, alhoewel ik daar nog wel de de niet-klassieke vormgever ben. Ik ontwikkel geen producten of ik wil ook geen producten op de markt zetten. Ik wil eigenlijk gewoon vooral mezelf. Daniel: Ik zag het al. Jij bent veel autonomer.
Lena: Ik ben best wel een autonoom ontwerper, maar ik werk wel altijd samen met mensen. Dus het is voor mij wel alsnog heel belangrijk dat ik naar mensen toe kan en snap hoe ik die contacten warm kan houden. Ik moet er wel voor zorgen dat mensen mij vragen voor een opdracht, want anders dan komt er niks binnen. Ik ben niet gemaakt voor een soort kluizenaarschap, dus ik vind het heel leuk om voor en met anderen samen te werken. Dus in die zin was het voor mij heel nuttig, omdat er ook juist een beetje druk op de ketel kwam te staan om wat meer voor elkaar te krijgen. Want bij Design to Market wilden ze heel graag dat je met een casus werkt, zodat je het niet heel abstract beleeft, maar zodat je ook echt een situatie hebt waar je wat je leert op toe kan passen. En bij mij fluctueerde dat nogal, omdat ik dus heel veel verschillende projecten op een gegeven moment aan het doen was. Maar dat was ook wel heel prettig. En ja, daardoor heb ik wel kunnen groeien in hoe kan ik mijn aandacht verdelen tussen verschillende projecten en tegelijkertijd hoe groei ik zelf. Dat vond ik eigenlijk nog het allerinteressantste deel. We hebben op een gegeven moment masterclasses gehad, ja timemanagement. Maar we hebben op een gegeven moment ook masterclasses gehad en dat ging heel erg over je eigen kwaliteiten en over hoe jij het best functioneert en hoe je eigen, ja, dat klinkt misschien een beetje krom, maar hoe je eigen kwaliteiten jou ook in de weg kunnen zitten. Dus dat je eigenlijk een soort van balans moet vinden tussen vijf kwaliteiten waar je dan. Je doet eigenlijk een test, daar komen jouw kwaliteiten uit en je moet op een gegeven moment leren hoe je daar een balans tussen kan vinden en hoe als je soms eentje te veel aandacht geeft, dus misschien wel degene die jij het leukst vindt, maar daardoor gebruik je andere kwaliteiten niet. Dat het dan dus tegen je kan werken en dat is heel interessant. Ik heb dus eigenlijk leren denken vanuit een soort van positieve aanpak van hoe je in elkaar zit. In plaats van ‘ik zou zo graag dit willen kunnen’ en ‘ik kan het niet. Hoe kom ik daar dan?’, ga je veel meer kijken naar dit gaat er eigenlijk mis. Welke kwaliteiten van mezelf kan ik inzetten om daar te komen. In plaats van dat je gaat zoeken naar iets wat je niet kan. Ik denk dat ik daar het meest van heb geleerd, dus vooral het persoonlijke deel. Maar voor mij werkt dat dus ook heel goed, omdat ik autonoom werk en omdat mijn werk uit mij moet komen. Ik moet mezelf op de markt zetten, maar daarbij is het belangrijk dat ik sterk in mijn schoenen sta en snap wat ik aan het doen ben. Dat geeft me zelfvertrouwen. Ik denk dat ik dat wel heb geleerd, vooral dat dat een belangrijk aspect is en dat je ook leert inzien dat andere mensen dus weer andere kwaliteiten hebben. En dat je dus ook niet kunt verwachten dat zij op dezelfde manier functioneren. Dat heette volgens mij persoonlijk leiderschap en dat waren zes masterclasses die daar eigenlijk over gingen en dat vond ik een heel interessant deel.
Daniel: Wij deden ook wel masterclasses, maar dat waren een soort van enkele lessen. Dus dus je hebt een soort van traject gevolgd?
Lena: Dat was iedere maand één keer, dus wel een een lange termijn project. Maar daar heb ik eigenlijk best wel veel aan gehad. Ik vond het heel leuk om eventjes nieuwe mensen te leren kennen. Dus zeg maar na de academie. Ik ben nu drieëneenhalf jaar afgestudeerd en na de academie kom je toch ook in een soort van mensen die verhuizen. Die gaan naar een andere stad. Dus de mensen die je hebt leren kennen in je werkveld waarmee je misschien heel goed kon sparren, die zijn ook weer weg. Dus die bubbel, die wordt een soort van kleiner. Ik vond het heel leuk om dat weer effetjes op te rekken. We zaten ook met mensen van verschillende leeftijden en hele verschillende dingen. Wat ik al zei, ik was meer, ik ben veel projectmatiger, dan zijn er mensen die veel meer product ontwerpen of juist weer een social designer zeg maar, dat maakt het best wel divers. En dat ja, voor mij heeft dat ook wel veel gebracht. Gewoon om met mensen die ik niet ken, bouw je toch best wel snel ook een band op als je het over zoeken, ja eigenlijk als je het over je werk hebt, want tenminste mijn werk is vrij persoonlijk en daarmee kom je best wel snel elkaar. Of ja, leer je elkaar best wel snel kennen. En dat vond ik ook heel interessant. Dus dat je, ja toch weer een soort van nieuwe groep mensen om je heen hebt, waarmee je kunt sparren en waarmee je door hetzelfde traject loopt, met andere onderwerpen en dat maakt het ook heel leerzaam denk ik, hoe je ziet het bij anderen.
Daniel: Waren ze allemaal heel anders dan jij? Werkten ze heel anders?
Lena: Ik denk, op bepaalde vlakken is het een totaal andere smaak, totaal ander werk. Maar op hoe je daarmee omgaat ligt het allemaal best wel dicht bij elkaar. En dat was wel leuk, denk ik. Je maakt heel andere dingen. Maar je bent wel ook met elkaar bezig, in hoe je daar. Hoe je tegen iets aanloopt. Hoe ga je daarmee om? Als iets heel goed gaat, hoe ga je daarmee om? En dat? Dat was een leuk gesprek, denk ik, gedurende het hele jaar. Moeten wij nog een tip geven aan toekomstige hub’ers?
Daniel: Toekomstige groenlingen die net van de academie komen. Ik denk dat de tip die ik het liefst zou mee willen geven aan toekomstige mensen die echt zich willen bezighouden met de beeldende kunst, is dat mensen zichzelf serieus zouden moeten nemen. Ik zie vaak dat kunstenaars zichzelf een beetje wegcijferen eigenlijk. En dat ze zeggen van: ja, het is voor de kunst, het is voor een kunstwerk, dus het zal wel niet zo belangrijk zijn. Of oh, ik hoef niet te investeren, want dit is duur. Of moet ik dit wel doen? En ik denk dat het heel belangrijk is dat je als kunstenaar zijnde beseft dat jij eigenlijk al vier jaar van je leven geïnvesteerd hebt in dat kunstenaarschap dus werken heb je al vier jaar van je leven weggegooid. Dan zou ik zeggen: van doe die extra mile. Ga er echt voor en investeer financieel, maar ook tijdgebonden en energie. Echt alles erin gooien en het gewoon doen en eigenlijk niet te zenuwachtig zijn, want je bent al afgestudeerd. Ik denk dat die Hub dat mij eigenlijk ook wel heeft laten zien van: ja, doe het gewoon. Ik denk dat dat de grootste twijfel wegneemt dat heeft bij mij de meeste twijfel weggenomen om gewoon echt als ondernemer aan de slag te gaan, is echt. Ja, jump! Neem dat risico.
Lena: Sluit me daar eigenlijk wel heel erg bij aan. Ik denk dat het inderdaad wat ook dit jaar mee heeft gebracht is: ja, vooral vertrouwen in wat je doet. Dus dat dat wat jij van plan bent, is vast wel een goed idee. En wat ik wel zou denken is dat het wat ook fijn is, maar het is zo afgezaagd om te zeggen: blijf bij jezelf. Maar het is ook heel goed om te snappen wat dat zelf is. Dus dat je niet zomaar blind gaat van oké, je wordt die kant opgestuurd want ik kan nog wel eens beïnvloed worden door gewoon wat mijn omgeving, wat er in mijn omgeving gebeurt. En dat is ook super interessant om daarmee om te gaan en maar je daar ook bewust doorheen te manouvreren. Dus om af en toe wel eventjes stil te staan bij: waarom ben ik dit gaan doen? Is dat door mezelf of is dat door mijn omgeving? En beide zijn oké. Dus er is niet een soort van je moet alles tegendraads doen, want ik wil mezelf zijn. Maar ik denk dat het het heel interessant maakt en je ook heel eigen maakt als je snapt waar je vandaan komt. En hoe je werkt. En eigenlijk dat wat je interessant vindt, uit gaat diepen. Dat is denk ik, mijn grootste tip.
Daniel: Een docent, dat is wel grappig dat je dat zegt, want een docent van mij die vroeg mij op een gegeven moment wat ik nou echt leuk vond om te doen. En dat is een vraag die moet ik mezelf soms ook nog even stellen om er weer achter te komen van waar je het allemaal voor doet ofzo.
Lena: Ja, en die vraag, die kun je jezelf ook blijven stellen. En het antwoord kan blijven veranderen. Ik denk dat dat ook nog wel, als ik twee tips mag geven. Ik denk dat dat ook belangrijk is. Je hoeft niet één keer een beslissing te maken over wie je bent en wat je gaat doen. Dat is gewoon iets wat fluctueert, en ja, waar je je in de loop der jaren verandering in aan kan brengen. Maar je kan best af en toe een keer een standpunt maken en dan drie maanden later mag je een nieuw standpunt maken. Ik denk dat dat ook, ja, dat maakt ons beroep ook, denk ik, heel leuk.
Daniel: Ik sluit me daar volledig bij aan. Wel jammer, want de luisteraars moeten nu geld betalen voor de extra tip, maar oké.
Lena: Nou leuk om met je gesproken te hebben.
Daniel: Ja, dank je wel. Het was echt superleuk om wat meer over je project te horen. Lena: Ja, bij jou ook. Tot op de exposities denk ik.
Outro: Deze podcast werd gemaakt door Aswin Baaijens in opdracht van Kunstloc Brabant. Wil je meer weten over de ontwikkeling van toptalent in de professionele kunst in Brabant? Check dan www.TalentHubBrabant.nl